ZEG, Ben jij nou helemaal normaal?

Wanneer ben je eigenlijk helemaal normaal? En bestaat er zo iets als 'normaal zijn'? 
Wat de één normaal vind, vind de ander abnormaal. Of op zijn minst bijzonder. Het komt er op neer dat je jezelf spiegelt anderen aan  anderen. Het gaat er dus maar helemaal om met wat voor mensen je om gaat. 
Wat voor collega's heb je? En wat verwachten deze collega's van je? 
Vooral wanneer je in je privé leven met mensen om gaat die totaal anders denken dat de mensen vann je werk, kun je maar zo in een spagaat belanden.

Durft te laten merken dat je anders denkt of bent!

Dat vinden we vaak nog wel wat lastig. Want daarmee komen we soms wel in de knel. Ik tenminste wel. Dat durf ik best toe te geven. Over en weer dan wel te verstaan. Beide groepen trekken aan je, en vind het maar raar dat je anders bent dan zij. Dan krijg je van die verbaasde blikken en weet je dat je weer eens iets geks gezegd hebt.

foto van een jonge vrouw die helemaal geschokt kijkt. Met haar hand op haar borst speelt ze het erg goed.

En toch, we zouden allemaal veel meer oprecht moeten zijn. Ook al loop je dan het risico dat de ander verbaasd over je is. Ook die reactie is dan oprecht moet je maar denken. Laat dat de komende tijd dan maar een opdracht aan onszelf zijn.


Maar zo af en toe kom je iemand tegen waarvan je dan toch zelf ook even verbaasd bent:

Terugkomend van het boodschappen doen blijkt er een mega vrachtwagen dwars voor de fietsenrekken te staan.
Een vrouw met de fiets aan de hand was het daar duidelijk niet mee eens.
'Hoe muk d'r noe langs?' Ik wijs met mijn arm en ga mee in haar dialect: 'An de andere kaante is meer ruumte.' Het vrouwtje moppert en mompelt even door en wurmt zich toch langs de nauwe doorgang.
Wanneer ze haar fiets in het rek manoeuvreert vraag ik: 'lokt ut?' Beetje een dooddoener misschien, maar sociale babbel.
'Nee, nee,' roept ze opgewonden. 'Niks teg'n mij vertellen. Want ik mut ut allemoale maar ontholden.' Er verschijnt een rimpel boven mijn neus en kan het niet laten even grappig te doen. 'Schrief ie ut niet op dan? Op 'n briefie?' Beetje gevaarlijke opmerking bedenk ik me.
'Jawel,' zegt ze. 'maar ik mut ok overalle op lett'n. En alles in de gaten holl'n'. Nu gaan mijn wenkbrauwen omhoog.
'Nou succes d'r mit', zeg ik dan maar snel en wil weggaan. 'Ja, dat dóe ik wel, heur', roept ze me chagrijnig achterna.
Ik realiseer me dat ik beter niets meer kan zeggen en schuifel met mijn fiets aan de hand langs de brede doorgang.
Dan hoor ik nog achter mij roepen: 'He, Heee.' Ik kijk om.
'Maar ben ie oen fietse nooit kwiet?' Ik kijk naar de fiets aan mijn hand en zeg wat stamelend: 'uhh, Nee'.
Dan antwoord ze: 'Nou dan hej mooi gelok'.
En zo is het. Ik ben een gelukkig mens. En de dag zou maar saai geweest zijn wanneer ik deze vrouw niet had ontmoet.
Toen ik weg fietste schoot me de Drentse uitdrukking 'een paar hen heide plokken' te binnen.

Reacties